Kwetsbaarheid van ouderen

Op 17 december hebben wij een college gehad over de kwetsbaarheid van ouderen van Robbert Gobbens. Tijdens dit college was ik niet aanwezig wegens ziekte. Hieronder volgen de opdrachten bij de voorbereiding van dit college.
Het college was ingedeeld in twee verschillende delen, namelijk:
- Het definiëren van kwetsbaarheid
- Het meten van kwetsbaarheid


De opdrachten die wij moesten doen ter voorbereiding van dit college ging over het meten van kwetsbaarheid bij ouderen.

Ter voorbereiding heb ik gekozen voor de Frailty Index en de Groningen Frailty Indicator. De Frailty Index gaat in op de mobiliteit, evenwichtigheid, defeactie, mictie, voeding, ADL, comorbiditeit en communicatie. Psychische wordt er gekeken naar de cognitieve toestand en de stemming. Ook het sociale aspect wordt in kaart gebracht.  Bij dit meetinstrument is er sprake van een zelfrapportage en een klinisch oordeel. De uitkomst is het optellen van tekorten. Deze test is een voorspellende factor voor opname in een verzorgings- of verpleegtehuis en sterfte. Doordat er sprake is van zelfrapportage én een klinisch oordeel vind ik deze test betrouwbaar. Ook is een test betrouwbaar wanneer er sprake is van een interbeoordelaar, maar dit ligt volledig aan de uitvoering van het onderzoek. Lichamelijke, psychische maar ook sociale aspecten komen aan bod. Ik denk dat dit best een goede test is voor het meten van kwetsbaarheid.

De groningen Frailty Indicator kijkt  naar mobiliteit, lichamelijke fitheid, gezichtsvermogen, gehoor, gewichtsafname en comorbiditeit. Psychische wordt er
gekeken naar de cognitie, despressies en angsten. Op het sociale gebied wordt er gekeken naar eenzaamheid, dit bestaat uit drie items. De rapportage vind plaats door zelfrapportage. De validiteit van deze test is gerelateerd aan het welbevinden.  Deze test heeft raakvlakken met de hierboven besproken test, maar is toch verschillende. Bij deze test hebben ze het over gezichtsvermogen en gewichtafname, dit zijn toch wel belangrijke aspecten. Ook psychisch wordt er naar meerdere aspecten gekeken, namelijk depressies en angsten. En op het sociale gebied wordt er gekeken naar de eenzaamheid. Qua factoren die bij deze test worden gebruikt vind ik deze test beter, maar de rapportage vind ik hier niet betrouwbaar waardoor de test ook niet valide is.

De volgende slogan kwam terug in dit college:
Identificeren van kwetsbaarheid bij ouderen is van belang, maar uiteindelijk gaat het om interveniëren!

Interventies bij kwetsbare ouderen:
- Zelfmanagement
- Depressieve klachten behandelen
- Stimuleren tot lichaamsbeweging
- Stimuleren van sociale contacten
- Voedingsadviezen


Ten slotte wilde Robbert Gobbens ons nog wat tips mee geven:

Voor gezond ouder worden:
- Stel doelen
- Bewaar gevoel voor humor
- Neem  voldoende beweging
- Zorg voor voldoende slaap
- Leer omgaan met verliezen
- Onderhoud contacten
- Wees dankbaar en trots
- Zorg voor anderen of dieren
- Goede voeding
- Geniet van kleine dingen

De boodschap van dit college:
- Kijk naar kenmerken van kwetsbaarheid
- Niet alle ouderen zijn kwetsbaar
- Signaleer kwetsbaarheid
- Licht voor, stimuleer en activeer!
- Ondersteun en grijp in
- Bevorder zelfmanagement
- Werk multidisciplinair


Hieronder volgt de TFI (Tilburg Frailty Indicator)
Onderdeel B Componenten van fragiliteit 
B1   Lichamelijke componenten 
11.  Kunt u voldoende lichamelijk actief zijn?1 
0 ja   0 nee
12.  Bent u de afgelopen periode veel afgevallen zonder dit zelf te willen?    veel is: 6 kg of meer in de afgelopen 6 maanden of 3kg of meer in de afgelopen maand)          0 ja     0 nee
Heeft u problemen in het dagelijks leven door 
13.  ..........slecht lopen?     0 ja   0 nee 
14.  ..........het slecht kunnen bewaren van uw evenwicht?     0 ja   0 nee 
15.  ..........slecht horen?  0 ja   0 nee 
16.  ..........slecht zien?    0 ja   0 nee 
17.  ..........weinig kracht in uw handen?    0 ja   0 nee 
18.  ..........lichamelijke moeheid?      0 ja   0 nee 

B2  Psychische componenten  
19.  Heeft u klachten over uw geheugen? 
0 ja       0 soms 0 nee
20.  Heeft u zich de afgelopen maand somber gevoeld? 
0 ja       0 soms 0 nee
21.  Heeft u zich de afgelopen maand nerveus of angstig gevoeld? 
0 ja       0 soms 0 nee
22.  Kunt u goed omgaan met problemen? 
0 ja   0 nee
B3 Sociale componenten 
23.  Woont u alleen? 
0 ja   0 nee
24.  Mist u wel eens mensen om u heen? 
0 ja       0 soms 0 nee
25.  Ontvangt u voldoende steun van andere mensen? 
0 ja   0 nee  
Scoring onderdeel B: range van 0 tot 15 
Vraag 11:  ja = 0, nee = 1 Vraag 12:  nee = 0, ja = 1 Vraag 13 t/m 18: nee = 0, ja = 1 Vraag 19:  nee/soms = 0, ja = 1 Vraag 20 en 21: nee = 0, ja/soms = 1 Vraag 22:  ja = 0, nee = 1 Vraag 23:  nee = 0, ja = 1 Vraag 24:  nee = 0, ja/soms  = 1 Vraag 25:  ja = 0, nee = 1
                                                           1 Uit onderzoek blijkt dat deze vraag beter kwetsbare en niet-kwetsbare ouderen van elkaar onderscheidt dan de oorspronkelijke vraag: "Voelt u zich lichamelijk gezond?" (Gobbens et al. 2010e)