Beleid van gezondheidszorg

Gezondheidszorg en het beleid daarvan is iets waar we allemaal mee te maken krijgen, maar ook in de minor Active Ageing. Daarom hebben wij een college van Niels de Beer gehad over de organisatie en het beleid van de gezondheidszorg in vogelvlucht.
In de 19e eeuw waren de ziekenhhuizen vooral gericht op de verzorging van de 'armen'. De mensen die het financieel beter hadden kregen thuis zorg. In deze periode had de overheid nog weinig bemoeienis. Ook de  kruisverenigingen werden opgestart. Rond 1945 werd er gestart met opleidingen zoals verpleegkundigen. Zo gingen de ziekenhuizen meer behandelen dan verzorgen. Door de start van de opleidingen was er een opkomst in specialisten. De kruisverenigingen richtten zich vooral op de volksziekten en de preventie daarvan. Er kwam ook een samenhangend systeem van ziekenfondsen.
De periode van 1945 tot 1970 was een periode van wederopbouw na de oorlog. Er was een expansieve groei aan voorzieningen en de AWBZ werd ingevoerd. De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) betaalt de langdurige zorg die nodig is voor ouderen, mensen die chronisch ziek zijn en gehandicapten ("Rijksoverheid,Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten", z.j.).

In de periode van 1970 tot 1985 gaat de zorgsector naar een probleemsector. Er is geen samenhang in voorzieningen en de financiële kosten worden steeds hoger. Ook word de structuurnota in 1974 uitgebracht. Hierin wordt voorgesteld de gezondheidszorg te organiseren in regionale zorgstelsels met de huisarts en gezondheidscentra als zorgverlener in de eerste lijn en specialistische zorg en andere verwijshulp in de tweede lijn ("Kenniscentrum historie zorgverzekeraars, 1974 Structuurnota gezondheidszorg", z.j.).

In 1985 tot 2000 zegt het commissie Structuur en Financiering Gezondheidszorg: 'Bereidheid tot veranderen.' Hierdoor ontstaan er relatie tussen overheid, zorgverzekeraars, zorgverleners en zorgvragers. Van 2000 tot heden is de zorgverzekeringswet opgericht, iedereen die in Nederland woont of werkt is wettelijk verplicht een basisverzekering te hebben. Deze basisverzekering dekt de standaardzorg van bijvoorbeeld de huisarts, ziekenhuis of apotheek. Aanvullend verzekeren is op vrijwillige basis ("Rijksoverheid, Zorgverzekering",z.j.). Zo is er directe toegankelijkheid en zijn er markten in de gezondheidszorg. De gezondheidszorg van nu gericht op de volgende drie begrippen: preventie, cure en care.

De rollen van de diverse partijen zijn:

§  Zorgverzekeraars sturen op doelmatige inrichting van het zorglandschap, waarbij veiligheid, kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid de uitgangspunten zijn.

§  Zorgaanbieders zijn verantwoordelijk voor het leveren van doelmatige en gepaste zorg en zullen hierover transparant zijn richting patiënten, zorgverzekeraars en overheid.

§  Overheid
verantwoordelijk voor betaalbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit en schept randvoorwaarden zodat aanbieders en zorgverzekeraars als private partijen hun rol in het zorgstelsel kunnen spelen.

§  Zorgvragers zijn geen patiënten meer, maar clienten en consumenten.Zij streven naar een gezond leven. Er is een kritische houding naar overheid, zorgverzekeraar en zorgverlener. De zorgvrager heeft genoeg keuzevrijheid in het kiezen van zorgaanbieders. 
 

Literatuurlijst:

Beer de N. (2014). Active Ageing. Zorg, welzijn & wonen.Avans Hogeschool Breda.

Kenniscentrum historie zorgverzekeraars, 1974 Structuurnota gezondheidszorg. (z.j.). Geraadpleegd op https://www.kenniscentrumhistoriezorgverzekeraars.nl/bronarchief/canon/1974.html  

Rijksoverheid, Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. (z.j.). Geraadpleegd op https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/algemene-wet-bijzondere-ziektekosten-awbz?utm_campaign=sea-t-gezondheid_en_zorg-a-algemene_wet_bijzondere_ziektekosten_awbz&utm_term=awbz&gclid=COf10M7qusECFbPJtAodR2AApw

Rijksoverheid, Zorgverzekering. (z.j.). Geraadpleegd op https://www.rijksoverheid.nl/o